maandag 8 oktober 2012

Architectuur




Hield Goethe zich ook met architectuur bezig? Dit prachtige citaat is in ieder geval wereldberoemd: bouwkunst is versteende muziek.
In de context echter is zijn opmerking opmerkelijker. De woorden komen uit Gesprekken met Goethe van Eckermann. Op maandag 23 maart 1829 laat Eckermann Goethe zeggen: "ik heb tussen m'n papieren een velletje gevonden", zei Goethe, "waarop ik de bouwkunst versteende muziek noem. En werkelijk, dat heeft wel wat; de stemming, die van bouwkunst uitgaat, kom het effect van muziek na." Goethe moet echter niet veel hebben van prachtige gebouwen en kamers. In een rommelige zigeunerachtige kamer kan hij veel daadkrachtiger zijn en uit zichzelf scheppen. 
Zelf bewoonde hij een van de grootste huizen van Weimar, een geschenk van de groothertog. Wel moet gezegd worden dat hij tot ontsteltenis van Eckermann het liefst zat op een oude tweedehands stoel die hij op een rommelmarkt gekocht had.
Maar de vraag kan bevestigend beantwoord worden: Goethe hield zich veel met architectuur bezig. Onder zijn bevlogen leiding verandert Weimar drastisch van aanzien. Hij werkte nauw samen met architecten als Johann August Arens, Clemens Wenzeslaus Coudray, Nicolaus en Friedrich Thouret en Heinrich Gentz. Weimar maakte in zijn tijd een metamorfose door van een drassig dorpje tot een stad met een classicistisch aanzien. Tot aan het Fürstengruft, het mausoleum dat Coudray ontwierp voor de hertogelijke familie en waar Goethe zelf ook ligt, is zijn invloed te zien. Een ander prachtig voorbeeld is het Römisches Haus  (zie foto) dat onder zijn leiding gebouwd wordt waarover later meer...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten