Op 2 november 1970 wordt Goethes kist op een handkar het Fürstengruft uitgereden en naar het National Museum gebracht. Daar blijkt dat het lichaam niet meer te mummificeren is. De resten weefsel worden (met de resten hersenen aldus de Berliner Zeitung) verbrand. In het toenmalige rapport staat vermeld: Im Schädelinneren fand sich nur eine staubartige Masse. Natuurlijk hebben de wetenschappers niet nagelaten de botresten op te meten: Goethe blijkt 1 meter 69 geweest te zijn. De botten worden net als de lauwerkrans die Goethe bij zijn dood droeg geconserveerd.
Drie weken later wordt in het diepste geheim de kist weer teruggebracht met Goethes stoffelijk overschot. Goethes doodshemd dat naar Berlijn gestuurd was voor verder onderzoek is dan nog niet terug. Het doodshemd schijnt men verborgen te hebben gehouden in een kleine afgesloten kamer in het Schillermuseum.
Volgens de wetenschappers zag Goethe er nog net zo uit als op de tekening die Preller maakte bij Goethes sterfbed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten