In Goethes werken komt bier niet veel ter sprake. Prachtig voorbeeld waar bier wel in voorkomt is in een vers (vs 830) uit de Faust:
"Een koppig bier, een pittige tabak,
Een opgemaakte meid, dat zet me op mijn gemak..."
In Goethes verdichting en waarheid schrijft Goethe dat het zware Merseburger bier zijn brein verduisterde en hem ziek maakte. Of dat het het bier was of liefdesverdriet waar hij ziek van werd (Goethe werd hopeloos verliefd op Kätchen Schönkopf, de dochter van een herbergier, over Goethe en vrouwen zal ik nog veel moeten schrijven), na zijn studententijd drinkt Goethe nauwelijks meer bier.
Het neemt niet weg dat Duitsers Goethe graag als bierdrinker zien zoals te zien is aan de bierpul die ik in Ilmenau kocht waar Goethe op siert inclusief het gedicht Ein Gleiches .